Oorsprong du pochette
Als je het woord pochette hoort weet je misschien niet gelijk wat we bedoelen. Maar we hebben het over dat zakdoekje dat je soms in de linker colbertborstzak van mannen aantreft. Dat is nou een pochette!
De pochette, ook wel het ‘stoeferke’ genoemd, wordt meestal gemaakt van katoen, linnen, wol of zijde. Wat de oorsprong is van het pochette is niet helemaal duidelijk. Het kan zijn dat deze vroeger werd gebruikt voor hygiënische doeleinden, maar ook om een outfit op te fleuren. De geschiedenis van de pochette gaat in ieder geval terug tot tweeduizend voor Christus door begoede Egyptenaren. Rond 1920 werd de pochette écht een mode-accessoire. Heren hadden vanaf dat moment twee zakdoeken op zak: één in de borstzak van hun vest of juist, vanuit esthetisch oogpunt, en de andere in hun broekzak om hun neus mee te snuiten of hun handen mee af te vegen. In de jaren ’80 was er een opleving in het gebruik van de pochette door Amerikaanse televisieseries als Mad Men, waarin de prêt-à-porter stijl van de jaren zestig werd teruggebracht.
Een vouw in je pochette
En dan heb je dus een pochette om in je borstzakje te stoppen. Maar alleen er in proppen staat ook zo slordig. Je kunt subtiel beginnen met je pochette, zodat je alleen een streep in een andere kleur dan je colbert ziet. Dat doe je simpelweg door je pochette in een rechthoek te vouwen die dezelfde breedte heeft als je borstzak. Je pochette steekt nu één à twee centimeter boven je borstzak uit. Wil je een puntje, dan leg je je pochette in ruitvorm voor je. Vouw de onderste hoek naar de bovenste hoek en vouw de linkerhoek naar de rechterkant. Nu doe je dit vervolgens ook met de rechterhoek die je naar de linkerhoek vouwt. Wil je twee puntjes? Leg dan de pochette weer in ruitvorm voor je neer en vouw de onderste hoek naar boven tot links naast de bovenste hoek. Nu vouw je de linkerkant naar de rechterzijde en vervolgens vouw je de rechterkant naar de linkerzijde. Klaar om te gaan!